Borderline & verslaving

Verslaafd raken aan genotmiddelen is bij mensen met borderline groter aanwezig dan bij andere mensen. Hierbij kan erfelijkheid een rol spelen, maar het gebruik van genotmiddelen kunnen ook leiden tot verschijnselen van borderline. Alcohol of kalmerende middelen (hasj, cannabis, slaap- en kalmeringsmiddelen) worden door sommige mensen met borderline gebruikt om rustiger te worden. Pepmiddelen (speed, cocaïne) worden ook gebruikt door sommige mensen met borderline om zich minder leeg of somber te voelen. Deze genotmiddelen kunnen de verschijnselen van de borderline-stoornis juist ook verergeren. De kans is aanwezig dat het gebruik van deze genotmiddelen leidt tot verslaving, en dit leidt weer tot een meer gecompliceerde zorg. (FOMAT, 2015).

 

 

Mensen met borderline tonen impulsief gedrag, waardoor ze dus eerder in aanraking komen met genotmiddelen en hierdoor verslaafd kunnen raken. Daarentegen kunnen genotmiddelen ook triggerpoints zijn om borderline te verergeren.

 

Uit wetenschappelijk onderzoek (instituut, 2015) is gebaseerd dat mensen met borderline en verslaving gepaard gaat met suïcide en suïcidaal gedrag. In de praktijk zijn hulpverleners daardoor geneigd om eerder het risico op suïcide te minimaliseren dan aan te dringen op behandeling van beide probleemgebieden. Onderzoeksresultaten op het gebied van gecombineerde behandeling geven evenwel aan dat aandringen op de behandeling zeer zeker zin heeft. Het onderzoek heeft vooral bij vrouwen plaatsgevonden.

De combinatie van borderlinepersoonlijkheidsstoornis en verslaving verhoogt de kans op suïcide. Het is daarom aan te bevelen om suïcidaliteit zorgvuldig te monitoren tijdens de behandeling (instituut, 2015).