Nabehandeling

Niet alle opgenomen jongeren blijken de therapeutische mogelijkheden goed te kunnen benutten. Soms is het gedrag niet onder controle te krijgen of verhindert een negatieve opstelling van de ouder(s) de verdere ontwikkeling van de autonomie.

Ongeveer één derde deel van de adolescenten met borderline (meestal de jongsten) gaan na de opname weer naar het ouderlijk huis. De overige gaan naar een orthopedagogische instelling of naar een vorm van begeleid kamer wonen. De meesten hebben nog jarenlang psychotherapie of begeleiding nodig, maar kunnen zich in de maatschappij staande houden, een opleiding volgen en een kennissenkring onderhouden (J.J.L. Derksen, 1994).

 

De psychotherapie kan bestaan uit:

  • Individuele begeleiding (eenmaal per maand één gesprek, al dan niet aangevuld met modules).
  • De continuïteitsgroepen: een gestructureerde groep met accent op gedragsverandering en ter ruggensteun (wekelijks).
  • Een ambulante inzichtgevende groepspsychotherapie, eenmaal per week (Behandeling persoonlijkheid problematiek, 2015).